Eén van de grootste bedreigingen in de gezondheidszorg is de toenemende resistentie van bacteriën, virussen en schimmels voor beschikbare middelen zoals antibiotica. Een aparte groep binnen deze micro-organismen zijn de bijzonder resistente micro-organismen (BRMO). Bijzonder resistente micro-organismen komen niet alleen voor in ziekenhuizen, maar ook in ons voedsel en het milieu door gebruik van antibiotica in de humane en agrarische sector. Voor het resistentieprobleem is op korte termijn geen oplossing, terwijl het probleem alleen maar toeneemt. Er zijn maar weinig nieuwe antibiotica in ontwikkeling en door het reisgedrag worden resistente micro-organismen meegenomen uit landen waar de ernst van het resistentieprobleem nog vele malen groter is dan in Nederland.
Definitie BRMO
Of een bacterie bijzonder resistent is, wordt bepaald door het resistentiepatroon, het vermogen van de bacterie de resistentie eigenschap over te dragen en het ziekteverwekkend vermogen van de betrokken bacterie. Resistentie tegen één middel kan soms voldoende reden zijn de bacterie het label BRMO te geven, vooral als het behandelarsenaal beperkt is en de bacterie ziekteverwekkend.
Onder de noemer ‘bijzonder resistente bacteriën’ vallen de volgende bacteriën of groepen bacteriën: Enterobacteriaceae (zoals K. pneumoniae en Escherichia coli), Stenotrophomonas maltophilia, Acinetobacter sp, Pseudomonas aeroginosa, Streptococcus pneumoniae,Enterococcus faecium. Samenvattend: ESBL-producerende Gram-negatieve bacteriën, VRE en carbapenemase-producerende Enterobacteriaceae (CPE).